De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience en de legendarische Nottebohmzaal: van het Antwerps Liedboek en Kafka.

10 juli 2024

Door Sven Reynders

Op een zeldzame zonnige zaterdagvoormiddag ontmoet ik Leni Albertyn, publieksmedewerker van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience voor een gesprek over en in de legendarische Nottebohmzaal. Ik ben getuige van het geleidelijk aansteken van de verlichting en zie langzaamaan de pracht van de zaal voor mij verschijnen. En dan staan we daar, enkel met z’n twee, op deze mythische plaats. Verslag van een boeiende babbel.

Wat is de opdracht van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience?

De opdracht van de Erfgoedbibliotheek is drieledig. Onze eerste opdracht en de grootste focus is het beheren en goed bewaren van een collectie die al terug gaat naar 1481. Daarnaast willen we nieuwe stukken verwerven en de collectie laten aangroeien. Tenslotte willen we de collectie en de zaal ontsluiten naar ons lezerspubliek. Dat is een publiek van specialisten, maar ook van mensen die zelf beperkt onderzoek willen doen, studenten. Dat is de grootste focus. Bijkomend willen we dit alles ook ontsluiten voor bezoekers die dit graag willen beleven en willen zien.

Wat is jouw rol in deze organisatie?

Ik ben publieksmedewerker, en deze zomer doe ik dat al twintig jaar! De publiekswerking heeft vooral te maken met de derde opdracht, ervoor zorgen dat de bibliotheek gekend is naar de buitenwereld, een bewustwording creëren bij een breder publiek van wat er gebeurt in zo’n erfgoedbibliotheek, en wat het belang daarvan is. Met verschillende types activiteiten brengen we dit naar buiten.

Wat verderop ligt het Letterenhuis. Wat is het verschil met jullie?

Wij zijn eigenlijk complementaire instellingen. Waar het Letterenhuis het literaire geheugen is voor Vlaanderen en alle manuscripten probeert te capteren van de Vlaamse auteurs vanaf Hendrik Conscience, ligt de rol van de Erfgoedbibliotheek erin om van die Vlaamse auteurs al het gedrukte werk te verzamelen. Wij kopen veel werk aan maar krijgen ook veel schenkingen, en als daar dan archiefmateriaal in zit, gaat dat naar het Letterenhuis en gaan wij de boeken hier goed bewaren. Maar ook omgekeerd, als er aan het Letterenhuis een archief geschonken wordt waar ook boeken inzitten, is het de afspraak dat die naar de Erfgoedbibliotheek komen.

Beide instellingen werken echt samen, jullie zijn dus geen concurrenten?

Klopt, dat is zo. Er is trouwens nog een derde component in Antwerpen, het Museum Plantin-Moretus. Dat is het voorbeeld van het grote drukkershuis. Zo kan je de drie grote stappen onderscheiden. Je hebt de auteurs die verwerken en schrijven, dan komt de drukker tussen die de manuscripten drukt, en tenslotte heb je dan de bibliotheek die dat gaat bewaren.

Nu staat hier het (Nieuw) Antwerps Liedboek in de kijker.

Ja, dat komt eraan en dat is heel bijzonder. Het is heel fijn dat Leonore Spee en Sascha Bornkamp van Teletext naar ons zijn gekomen, twee jonge vrouwen die rond dat Antwerps Liedboek gedurende vijf jaar iets heel bijzonders hebben gemaakt, het Nieuw Antwerps Liedboek.

Hiervoor zijn 31 liederen bewerkt door een zeer diverse keure van Antwerpenaren; stadsdichters, Jeroen Olyslaegers, Slongs, Les Âmes Perdues, … Ook een aantal NT2-groepen (anderstaligen die Nederlands aanleren) hebben in hun eigen taal iets rond die oude Antwerpse liederen gemaakt. Alles is gebundeld in een heel bijzonder, mooi uitgegeven werk.

Nieuw Antwerps Liedboek Samuel Pennynck
© Samuel Pennynck

Tijdens hun voorbereidend werk hebben Leonore en Sascha intensief gebruik gemaakt van de collectie van de Erfgoedbibliotheek in de leeszaal. En nu presenteren we het eindresultaat in de Nottebohmzaal. Zo is de cirkel rond. Vanaf 2 juli zal het hier staan, de hele zomer lang. Het is een installatie waar je zelf in kan bladeren en ontdekken wat die mensen hebben gemaakt, je kan ook luisteren, de liedjes zijn ook allemaal opgenomen.

Maar we wilden er toch graag een extra laag aan toevoegen. Het originele Antwerps Liedboek dateert van 1544 en is één van de veertig werken uit de kanon van de Nederlandstalige literatuur, dus een superbelangrijk werk voor onze taalgemeenschap. Het bevindt zich helaas niet meer in Antwerpen, het wordt bewaard in de Herzog August-bibliotheek in Wolfenbüttel.

Het boek is zo zeldzaam omdat het op de index van de verboden boeken is geraakt, het heeft eigenlijk maar twee jaar kunnen circuleren. Er zijn drie of vier drukken geweest, maar al die boeken zijn verdwenen, verbrand. Behalve dat ene exemplaar dat nu in augustus voor één maand naar hier komt. Het was niet evident, net omdat het zo’n topstuk is, maar we hebben toch kunnen bekomen dat het in dit kader een maand zal getoond worden, hier in de Nottebohmzaal. We zijn ook in onze collectie gedoken en hebben een kleine mini-expo gemaakt, waarbij we context geven. Als mensen er op bezoek komen, is het belangrijk dat ze beseffen waarom die twee werken, het nieuwe en het oude, hier staan.

Antwerps Liedboek
© Herzog August Bibliothek Wolfenbüttel: 236.5 Poet.

In onze collectie hebben we, een tiental drukken van Jan Roulans, de drukker van het Antwerps Liedboek. Hij is gestorven in de cel, opgepakt omwille van wat hij drukte. Hij werd verdacht van protestantsgezindheid. Dat tonen we, net zoals de verschillende indexen van verboden boeken die we ook in onze collectie hebben zitten en een handschrift waarop vermeld staat dat het Antwerps Liedboek op de lijst van verboden boeken staat. Je kan ook een aantal boekjes over de Rederijkers die de liederen zongen en voorbeelden van andere liedboeken zien. Het is een hele boodschap rond dat ene stuk.

Een andere topper is de nieuwe aanwinst van Kafka uit de bibliotheek van Paul van Ostaijen.

Ja, dit is heel bijzonder, dit werk is naar boven gekomen op een veiling in Nederland. Zo’n eerste druk van Kafka zouden we in principe niet aankopen, omdat onze focus heel sterk op Vlaamse auteurs ligt, van wie we alles gaan verzamelen. Dat gaat van eerste drukken, bibliofiele uitgaven, maar ook stukken die context geven rond die auteurs. Toen deze Kafka op de veiling kwam, bleek dat daar aantekeningen instonden die het bewijs vormen dat het boek ooit in de bibliotheek van Paul van Ostaijen heeft gezeten, vandaar dat het zo belangrijk is voor ons. Als je context wil geven rond die Vlaamse auteurs, is het zeer interessant om te zien in welke kringen die mensen zich bewogen, vandaar dat we dit boek hebben aangeschaft.

Op welk boek of welk werk in jullie collectie ben je het meest trots?

Die keuze kan ik niet maken, we hebben zoveel fantastische dingen. Het voordeel van mijn werk is dat door al die verschillende projecten ik iedere keer weer mee in verschillende collectie-onderdelen duik en op die manier hele mooie dingen te zien krijg. Zo is er op 24 november de Dag van de Wetenschap. Ik heb een fascinatie voor historische wetenschappelijke boeken. We gaan werken rond het anatomieboek van Vesalius, dat is een unieke uitgave.

Zijn er stukken waar jullie echt naar uitkijken om die te kunnen verwerven?

Wat wel fantastisch zou zijn, dat is dat we uit die 16e eeuw, toen Antwerpen echt het drukkerscentrum van de wereld was - dat is redelijk goed gedocumenteerd - nog meer stukken kunnen verwerven. Enkele jaren geleden hebben we een tentoonstelling gedaan rond ridderverhalen, die zijn heel belangrijk geweest in onze literatuurvorming. Daar hebben we zeer weinig van in de collectie zitten, die drukken zitten vooral in de Verenigde Staten. Moest dat soort verhalen die hier in Antwerpen gedrukt zijn op de markt komen, dat zou een enorme verrijking zijn, niet alleen omdat ze hier in Antwerpen zijn gedrukt, maar ook voor onze taal zo'n belangrijke onderdelen zijn in de literatuur.

Het is duidelijk dat de Erfgoedbibliotheek over een enorme collectie beschikt. Is die gedigitaliseerd?

In beperkte mate. We hebben een eigen digitaliseringsatelier, waar we op volle capaciteit met vier medewerkers continu kunnen digitaliseren. Let wel, dat is digitaliseren op wetenschappelijk niveau, wat een vrij traag proces is. De afgelopen vijf jaar hebben we met Google Books samengewerkt die ongeveer 100.000 titels uit onze oudere collectie voor ons hebben gedigitaliseerd. Zij hebben op een heel

hoog tempo veel van onze drukken kunnen digitaliseren, waardoor onze collectie veel breder beschikbaar is.

Hoe moet ik de aantallen inschatten?

We hebben ongeveer anderhalf miljoen volumes in onze collectie zitten, waarvan nu een kleine 10% gedigitaliseerd zal zijn. Dat zijn ook kranten en tijdschriften, dus niet alleen boeken die we in de collectie hebben zitten. Google heeft gedigitaliseerd tot waar het auteursrecht het toelaat. Alles wat nog binnen de rechten van de eigenaar valt, kan je, als er digitale kopieën zijn, hier ter plaatse in de leeszaal raadplegen.

Maar er is nog een heel groot volume wat gedigitaliseerd moet worden, ik heb trouwens geen idee of het haalbaar is om alles digitaal te maken.

We blijven wel vasthouden aan het fysieke, echte boek, maar door de digitalisering kan je veel meer ontsluiten, terwijl de fysieke integriteit van het werk bewaard blijft. Je kan op die manier via zoektermen ook veel sneller grotere volumes doorzoeken, terwijl we vroeger echt het hele boek moesten doorploeteren.

De Nottebohmzaal was lang beperkt toegankelijk, nu zetten jullie de deuren open. Vanwaar die verandering?

De zaal heeft een enorme aantrekkingskracht op heel veel mensen, niet alleen op onderzoekers of mensen die van de architectuur houden of van de atmosfeer, maar ook mensen die meer willen weten over de bibliotheek en over de stad Antwerpen.

Want we vertellen hier eigenlijk een stadsgeschiedenis. De laatste drie, vier jaar zijn we vrij vaak open geweest voor tentoonstellingen en zagen we de bezoekersaantallen echt enorm stijgen. Je voelt ook een vliegwieleffect; hoe beter de zaal gekend is, hoe meer mensen hier op bezoek willen komen. Er wordt vaak aangebeld met de vraag om te bezoeken.

Er is nu gekozen om dit te kanaliseren, maar we zijn geen museum, we kunnen de zaal niet altijd openstellen. We willen nu vooral toespitsen op de zomerperiode, van half juni tot half september, wanneer we telkens in de namiddag open zijn van 13u tot 17u om het verhaal te vertellen over de zaal, de bibliotheek, het plein en de collectie via de audiogids.

LUCID Stad A Nottebohmzaal 16
© Lucid

De bezoekers die over de vloer komen, zijn dat vooral Antwerpenaren en Vlamingen?

We zien inderdaad veelal Antwerpenaren langskomen. Maar ook Vlaamse en Nederlandse toeristen. Er zijn ook mensen die hier telkens opnieuw komen omdat ze hier graag zijn. Maar ook toeristen die het op hun bucketlist hebben staan omdat ze bibliotheken wereldwijd bezoeken.

Hierbij nog een leuk weetje, in November Boekenmaand gaan we hier in de Nottebohmzaal weer “slow readings” doen, samen met Antwerpen Leest, zodat mensen zelf hier hun boeken kunnen komen lezen.

Los van je professionele bezigheden, wat zijn jouw persoonlijke favoriete boeken of schrijvers?

Ik lees heel graag ontspannende detective- en krimiverhalen. Als ik de tijd heb om mij een lange tijd rustig neer te zetten, dan hou ik heel erg van de klassiekers, genre Thomas Mann en dergelijke waar je diep in kan gaan. Maar ik heb een druk gezin met drie tieners in huis en een hele fijne job die ook veel tijd opslorpt, dus die tijd is helaas beperkt.

Bedankt Leni voor dit boeiende interview. Laat me jou, de Erfgoedbibliotheek en de Nottebohmzaal een geweldige zomer toewensen!

LUCID Stad A Nottebohmzaal 05

Nottebohmzaal open voor individuele bezoekers

  • Nottebohmzaal, ingang via Hendrik Conscienceplein 4, 2000 Antwerpen
  • Te bezoeken van 15 juni tot en met 15 september 2024
  • Van dinsdag tot en met zondag, telkens van 13 tot 17 uur – laatste toegang om 16.30 uur
  • Standaardticket € 8
  • Audiotour beschikbaar in 5 talen: Nederlands, Frans, Duits, Engels en Spaans

Alle info vind je hier.


© Brandpunt 23