“Gretig kijken, goed voelen, aandachtig leven” - interview met Griet Op de Beeck

22 januari 2024

Door Hanneke Van de Kerkhof. Foto: Ester Gebuis

Op 1 februari nodigt Bib Couwelaar (Deurne) Griet Op de Beeck uit in Cinema Rix, met haar lezing Uw leven is van u. Als voorproefje mag ik haar wat vragen stellen.

Druk druk druk en toch is het ons gelukt een gaatje te vinden, ergens onderweg van A naar B spreken we elkaar via de telefoon voor wat vragen en antwoorden. Al gaat dat niet vanzelf, na enig over en weer bellen zonder elkaar te horen schiet mijn dochter te hulp en mag ik haar telefoon even lenen, “niet te lang he mama”.

Ik ben grote fan van Griet, al haar boeken staan in mijn boekenkast dus ik vind het een hele eer haar te mogen interviewen. “ Niet nodig” vindt Griet, “ik vind het vooral heel lief en ben ik het maar hé”. Dat ze veel te bescheiden is dat wist ik al. Als een onnozele bakvis weet ik even niet goed waar te beginnen, toch wat starstruck denk ik. Zal ik dan maar gewoon beginnen met de vragen? “Goed plan” klinkt het aan de andere kant van de lijn.

De lezing Uw leven is van u, wat mogen we ervan verwachten? Is het misschien een voorproefje op een boek dat binnenkort zal verschijnen? Misschien deel drie van de trilogie?

Nee (lacht), er is een boek in de maak, maar het is niet het derde deel van de trilogie. Daar heb ik even de ruimte niet voor, het is niet het boek dat ik nu moet schrijven heb ik gemerkt. Het boek dat ik wel moet schrijven, is mijn eerste non-fictieboek.

Ik ben - naast schrijver, wat ik ben en altijd zal blijven - ook opleidingen aan het volgen om een hopelijk goede therapeut te worden. Omdat mensen in het leven altijd worstelen, dat is boeiend. Het is ook heel prettig om naast de totale eenzaamheid van het schrijven in direct contact te staan met mensen en iets te kunnen bijdragen op hun weg naar beter. Ik heb het geluk gehad om mensen binnen het therapielandschap te leren kennen, goed te leren kennen, mee bevriend geraken in sommige gevallen. En zij verwijzen mij dus door naar allerlei super interessante opleidingen in het buitenland, die ik nu allemaal aan het volgen ben. Dat heeft mij zoveel inzicht gegeven in wat werkt en wat niet. Dat wil ik niet alleen maar voor mezelf houden, maar ook opschrijven en dat wordt het nieuwe boek wat eraan zou komen in het najaar van 2024. Daar ben ik nu volop aan bezig. In die zin heeft de lezing meer daarmee te maken dan met de klassieke romans, al lees ik wel een aantal fragmentjes voor die te maken hebben met de thematieken die ik in die lezing bespreek. Want ook die gaat eigenlijk een beetje over: “hoe moeten we nu met z’n allen proberen om het leven te overleven” en daar laat ik mijn eigen inzichten even over los. Want dat vind ik zinvoller dan een soort histoire bij de romans, zoals je dat bij sommige auteurslezingen wel hoort geven. Dat is niet mijn ding. Ik hoop dat ik tijdens de duur van de lezing hier en daar iets heb verteld waar mensen misschien nog iets mee kunnen.

Ik had zelf ook al ergens de link gelegd met de titel van de lezing, Uw leven is van u en je recente activiteiten als therapeute. Ik volg je op Facebook en ik zie dat je in real life met al mijn helden hebt mogen kennismaken. Gabor Maté, Peter Levine, Ester Perell, om er maar een paar te noemen.

Ja. Als het boek er eenmaal is dan ga ik ook een tweede lezing maken die eigenlijk iets meer die hard is voor mensen zoals jij, die er eigenlijk al een en ander over weten. Ik probeer nu bij deze lezing nog in heel algemene, heel toegankelijke termen te spreken over hoe we naar onszelf kunnen kijken en wat dat allemaal oplevert. Ook voor mensen die nog nooit in hun leven een therapieruimte van binnen hebben gezien, of misschien niet eens geneigd zijn om dat ooit te doen. Ik denk dat het heel slim is om op welke manier dan ook na te gaan waarom je eigenlijk bent geworden wie je bent geworden. Het is een soort eerste stap daarnaartoe, waar ik probeer in de lezing mensen toe te inspireren.

Fijn! Zeker iets om naar uit te kijken. Ik heb al je boeken gelezen en ik vind ze allemaal diep menselijk. De worsteling met het leven, mens zijn en al zijn facetten. En daarom lees ik ze ook heel graag. Ik vermoed dat je interesse in het mens zijn groot is en dat je heel empathisch bent. Is dat ook een inspiratiebron voor je? De verhalen die je hoort en ziet, voelt om je heen?

Het woord inspiratiebron heb ik eigenlijk nooit zo goed begrepen, want letterlijk alles is inspiratie, dus betekent het als woord ook niet zoveel voor mij. Ik denk wat heel erg helpt als je een schrijver bent of welke andere soort artiest dan ook, is dat je gewoon de intensiteit van de dingen zo hoog mogelijk houdt. Dat je heel goed kijkt, zowel om je heen als naar binnen, dat je heel aandachtig leeft, dat je met grote gretigheid kunst tot jou neemt en daar dingen over denkt. Dat je heel goed aanvoelt, probeert te voelen hoe andere mensen in elkaar zitten en dat je heel goed probeert jezelf te lezen in de evolutie die je onontkoombaar doormaakt. En dat zorgt dan telkens voor een nieuw boek dat dringend wordt. Ja. Dus hevig leven. Leven, zoals living the life. L-E-V-E-N.

Is er een link voor jou tussen schrijven en therapeutisch werk?

Ja. De link is de mens en wat hem of haar drijft om te komen tot het punt waar de dingen in de weg gaan zitten. Daar schrijf ik over. En dat zie ik nu voor mijn neus zich voltrekken bij cliënten die ik heb in het kader van de opleidingen. Dat is een enorm privilege om zo dicht bij mensen te mogen zitten en er te zijn op momenten dat ze cruciale stappen zetten, hen er mee toe te krijgen tot het zetten van die stappen, wat vaak een ongelooflijk ingewikkeld proces is. De link is in die zin, de materie is dezelfde, de manier waarop ik erin sta is natuurlijk fundamenteel anders.

In het schrijven is het alleen maar op mijzelf gericht, omdat er niemand anders in de buurt is. Je schrijft wel voor iemand, maar die is er niet bij als je het aan het doen bent, dat is heel erg alleen. Als ik therapie geef dan is dat heel erg naar buiten. Maar het is geen enorme bocht in mijn leven, het voelt ontzettend logisch eigenlijk. In die zin dat het is waar ik al zo lang zo mee bezig ben geweest. Ik moet altijd zoeken in dit leven naar een manier om het enigszins van tel te laten zijn, deze korte, fictieve passage in deze zeer complexe wereld. En ik hoop dat ik dat met de boeken enigszins heb kunnen doen. Ik krijg heel veel reacties van mensen die zeggen dat ze er meer aan gehad hebben dan wat louter leesplezier, dat vind ik altijd een heel mooi compliment.

Door nu ook als therapeut te werken en later niet alleen met individuen te werken, maar ook voor groepen en misschien zelfs op termijn te gaan lesgeven, dat zijn allemaal opties waar ik over loop na te denken. Ja, dan hoop ik op een andere manier ook weer bij te dragen. Ik weet hoe verschrikkelijk ingewikkeld de weg kan zijn naar het echte beter. Ik zie zoveel mensen die al jaren in therapie zijn zonder dat er eigenlijk werkelijk inwendig iets beweegt. Het feit dat ik de luxe heb om in het buitenland, waar mensen hele duchtige research doen om te kijken wat nu echt werkt, te mogen leren, dat is voor mijzelf ontzettend verrijkend. En dat ik daar iets mee kan terugbetalen, daar ben ik ontzettend dankbaar voor.

Verschillende boeken zijn verfilmd, hoe was je betrokken in dit proces en wat vond je van het resultaat?

Bij Kom hier dat ik u kus ben ik helemaal niet betrokken geweest, allez helemaal niet, dat is ook niet waar. Af en toe gingen we samen eten, het regisseursduo Sabine Lubbe Bakker en Niels van Koevorden en ik. Ik vond dat hele fijne, hele slimme mensen en ik had zelf gezegd dat ik het scenario niet wilde schrijven. Ik was benieuwd wat zij daarmee zouden gaan doen, want het boek bestaat al en een film hoeft geen dun doorslagje van het boek te worden, dat heeft niet zoveel zin. En ik vind dat zij erin geslaagd zijn om de kern van het boek te vatten en er toch echt een eigen verhaal van te maken. Dat vind ik echt heel bijzonder, daar ben ik ongelooflijk blij mee. Ze hebben mij de film voor het eerst laten zien op de middag in Amsterdam in een totaal lege cinemazaal die ze voor mij hadden afgehuurd. Ik zat in het midden en zij zaten schuin links en rechts achter mij. Een heel spannend moment, je hoopt natuurlijk dat je het goed zal vinden. En in hun geval was dat echt ongelooflijk gelukt. Ik weet niet of je zelf de film hebt gezien, en het klinkt lachwekkend maar ik vind het waar en zeg het vaak, de film is beter dan het boek in dit geval. Dat is wel straf, he? Ik vind het echt heel erg goed gedaan, heel goed gespeeld door de acteurs. Ze hebben er ook op een heel oorspronkelijke manier aan gewerkt. Ze hebben er heel lang aan gerepeteerd, niet zomaar even de tekst lezen en draaien. Ze hebben de acteurs laten improviseren op basis van de scènes die ze vaak hebben mogen lezen en dan weer hebben moeten inleveren. En dat voel je gewoon aan die film, die leeft, die is echt. De film is ook in het buitenland heel goed onthaald, dus dat is een van de grote cadeaus die ik als schrijver heb mogen ontvangen. Ik ben ook heel blij met de film Vele Hemels Boven de Zevende, die is ook heel mooi geworden. Daar had ik wel iets meer mee te maken in die zin dat ik daar wel het scenario heb geschreven. Ze zeggen altijd, een bladzijde van een scenario dat is een minuut film. Dus als je 90 bladzijdes hebt dan is dat een film van 90 minuten. Ik had me keurig aan die 90 bladzijde gehouden, maar niemand had me aangesproken dat dat dus niet echt klopt. Ze zijn gewoon beginnen draaien en het werd een film van meer dan drie uur, wat dus totaal niet realistisch is om zo’n lange film als debuutfilm te lanceren. Het was Jan Matthijs zijn debuutfilm toen. Ze zijn dan heel erg moeten beginnen knippen omdat het niet anders kon en toen heeft het voor mij wel een paar dingen verloren die ik jammer vond. Maar ik ben nog altijd heel blij om met een hele fijne ploeg mensen met een hele lieve, slimme regisseur aan de slag te zijn gegaan.

Ja, dat is maf, hè. Want inderdaad de schrijftijd of zelfs leestijd, dat is helemaal anders als je gaat spelen. Maar er is natuurlijk ook heel veel wat er gewoon gebeurt zonder dat er tekst is.

Ja, hoe we van 90 bladzijden naar een film van drie uur zijn geraakt dat weet ik zelf nog altijd niet want ik heb geen 37 ruwe versies gezien. Ik heb uiteindelijk enkel het eindresultaat gezien. Ik vind het wel jammer dat ik dat dus niet beter heb kunnen inschatten omdat ik zelf daar ook niet meer hulp in gezocht heb, dan had ik het wat beter in de hand gehad. Maar zo gaat het dan in film, want daar ben je een van de vele radartjes die de film maken en je hebt het niet in de hand. En dat is op zich ook allemaal prima. Dat is zoals het gaat.

Ja, dat is dan ook een goede les in loslaten.

Ja inderdaad (lacht).

Hoe groeit een boek bij jou?

Een boek dringt zich eigenlijk altijd op. Op het moment dat ik er met eentje klaar ben dan heb ik meestal al wel een idee over wat het volgende zal moeten zijn. En dat heeft dan in eerste instantie minder met een verhaal te maken dan wel waar ik het ten diepste over wil hebben. Als ik dat eenmaal weet, zoek ik daar personages bij die daar bijdragen rond zouden kunnen leveren, die met elkaar een of andere interessante verhouding hebben. En dan ontwikkel ik een soort grote boog waar ik me lang niet altijd aan hou, maar dat is wel altijd het uitgangspunt. En dan begin ik en op de beste kwartieren, dat zijn mijn meest blije momenten die zo omvliegen, denk ik ineens nee, niet zo maar zo. En dan wordt het toch meestal nog iets anders, maar die grondlaag, dat is eigenlijk altijd het belangrijkste. Ik heb geen lade, zoals sommigen schrijvers, met nog 17 leuke ideeën. Ik heb toch altijd het gevoel dat het voor mij dringend moet zijn om ergens over te schrijven. En dan heb ik er ook één, anderhalf, twee, drie jaar van mijn leven aan te geven, want dat is dan toch hoe het er in de praktijk aan toe gaat.

Heb je ook schrijfrituelen, of een plek waar je het liefste werkt?

Nee. Ik ben een anti-romantische schrijver (lacht). Ja dat is een van de grote voordelen van mijn beroep, ik kan het overal, wanneer ik wil, hoe laat ik wil, hoe lang ik wil en dat is een grote verworvenheid in mijn leven dat ik dat recht heb. Ik ben helemaal niet van oh, het is negen uur, ik moet beginnen en ik scherp eerst nog even mijn potloden. Nee, daar doe ik allemaal niet aan. Ik doe het waar ik zit en waar ik me prettig voel, liefst zo weinig formeel mogelijk. Ik zit zelden aan een bureau, want dan heb ik het gevoel dat ik aan het werk ben. Ja dat is de luxe van mijn leven, dat ik niet hoef te werken. Ik doe alleen maar dingen die ik echt ontzettend boeiend vind om te doen. Bij therapie is dat natuurlijk anders, in die zin dat je een afspraak maakt met iemand en dat je dan hoort klaar te zitten voor die persoon. Maar zeker de schrijverij, dat is een wellustig feest van grote vrijheid.

Je hebt ook verschillende mooie prijzen mogen ontvangen voor je boeken, vertalingen, verfilmingen... Een succes dat bevestigd wordt. Al vond je het zelf moeilijk jezelf als schrijfster te zien heb ik begrepen. Vanaf welk moment kon je voor jezelf toegeven, ja, ik ben toch wel echt schrijfster?

In het begin vond ik dat inderdaad moeilijk. Ja, schrijver zijn impliceert ruimte innemen, hè, bestaansruimte innemen, en dat is iets wat voor mij altijd zeer moeilijk is geweest. Ik weet dat ik op een bepaald moment, ik denk dat mijn debuut toen een paar maanden uit, in een literair programma zat samen met Peter Buwalda. En nadien ging ik met Peter nog iets drinken, en hij zei van ‘ja, nou moet je wel eens ophouden, dat is gewoon gezeur. Je hebt een boek geschreven, je verdient er geld mee, dus ben je schrijver, klaar.’ En dat heb ik eigenlijk altijd wel onthouden. Op een gegeven moment is het ook wel een beetje aanmatigend om te merken als een boek het goed doet, mensen het willen lezen om dan te blijven vasthouden aan dat idee van mag ik het dan wel zijn. Blijkbaar wel (lacht) dat heb ik aan jullie, aan de lezers te danken, die nieuwsgierig zijn. Het feit dat ik nu af en toe mailtjes krijg van mensen die vragen wanneer het volgende boek komt, “want het duurt zo lang”. Dat zijn de mooiste cadeaus die er zijn natuurlijk. Dus ik moet zeggen dat ik dat in de loop ergens tussen het debuut en het tweede boek wel echt ben gaan omarmen. Ik voel ook aan alles dat dat mijn manier is om te zijn. Als ik het te lang niet doe, word ik daar heel ongelukkig van, zelfs al heb ik nu een tweede ongelooflijk boeiend traject in mijn leven, Ik zou niet kunnen zonder het schrijven.

Welke schrijvers bewonder je zelf?

Oh (lacht) hoeveel tijd heb je? Ik heb een zeer grote bewondering voor Jonathan Franzen. Ik heb hem een paar keer ontmoet en ik vind dat ook een hele intrigerende, bijzondere, zeer intelligente, geestige man. Ik zou niet graag in zijn hoofd willen wonen, want ik denk dat het daar erg moeilijk is vanbinnen. Hij is niet alleen in staat om mensen tot in hun kleinste kantjes op een heel ontroerende en grappige manier te typeren, maar hij slaagt er telkens ook in om het verhaal van een aantal individuen op te tillen en het ook te hebben over de wereld, de maatschappij en hoe die in elkaar zit. Door daar ook grote thema's bij te trekken en daar schaamteloos de diepte mee in te gaan. En als je dat kunt dan ben je echt, vind ik, een hele grote.

Iemand waar ik ook veel bewondering voor heb is Lucas Rijneveld. Vroeger Marieke Lucas Rijneveld, nu Lucas. Ik vind dat hij een onwaarschijnlijk unieke, prachtige stem heeft. Je weet na een halve bladzijde dat het van niemand anders kan zijn dan van hem. Hij creëert zodanig eigen werelden met eigenlijk weinig middelen en toch een hele sterke stilistiek. Ja, daar heb ik ontzettend veel bewondering voor. Het feit ook dat hij poëzie schrijft, dat vind ik eigenlijk nog altijd het allerhoogste. Dus die staat bij mij ook heel hoog aangeschreven.

Ik ben ook bewonderaar van Eling Jepsen, een Deense schrijver, iets minder bekend en net daarom misschien leuk dat ik hem noem. Hij heeft onder meer De kunst om in koor te huilen geschreven, dat vind ik echt een geniaal boek. En ook hij kan dat, over de meest tragische dingen op de meest hilarische manier schrijven en je dan toch ineens als lezer een mep verkopen waar je veertien dagen lang niet van kan herstellen. Ja, dat is grote literatuur.

Dan heb ik nog een laatste vraag, die stel ik altijd aan iedereen. Wat is jouw favoriete woord op dit moment?

Nou, het eerste waar ik nu aan moet denken, met inderdaad geen enkele eeuwigheidswaarde, is het woord melancholie. Omdat ik vind, als je dat uitspreekt dan weet je eigenlijk meteen wat het is. De hele sfeer zit in die klanken vervat en dat vind ik heel erg mooi. Ik heb door de Veluwse bossen lopen wandelen de voorbije dagen bij herfstig en regenweer en vaak het woord melancholie door de kop horen waaien.

Eigenlijk is dat een heel muzikaal woord, he?

Ja. Ja, een melodietje op zichzelf.

Dank je wel voor dit fijne gesprek en ik kijk ernaar uit je op 1 februari in Cinema Rix te mogen ontmoeten. Dan ga ik nu de telefoon aan mijn dochter terug geven, meisjes van 15 kunnen niet zo lang zonder (lacht).

__________________________________________________________________

Bibliotheek Couwelaar organiseert deze gratis lezing in Cinema Rix, op donderdag 1 februari om 20u.

Wil jij graag naar de lezing komen?

Inschrijven doe je via bib.deurne@antwerpen.be of aan de balie van bib Couwelaar.

Meer info vind je hier:

Uw Leven is van u! - auteurslezing Griet Op de Beeck | Antwerpen Leest